De bedoeling is om de inrichting van een vriendelijk ogend hofje van 12 kavels in de overgang van stad en platteland te creëren (zie referentiebeelden). Hoofdgebouw en bijgebouw dienen gerealiseerd te worden binnen het op de situatietekening aangegeven bouwvlak (op het stedenbouwkundige inrichtingsplan met rood en oranje aangegeven). Dit is de maximaal bebouwbare oppervlakte.
Het hoofdgebouw en het bijgebouw vormen architectonisch een geheel.
De gebouwen en materialen zou men kunnen omschrijven als: getransformeerde boerenstijl in een modern jasje. Het is niet de bedoeling replica’s te bouwen, maar een eigentijdse vorm te scheppen, die aan een landelijke sfeer doet denken(zie referenties in de bijlage). Als variatie wordt op de kavels 5,6, en 12 het parkeren in het hoofdgebouw geïntegreerd.
Hoofdgebouwen (wonen)
- 1 bouwlaag met een zadeldak (platte daken en andere kapvormen zijn niet toegestaan).
- Een kelder wordt niet meegerekend als bouwlaag.
- De dakhellingen liggen tussen 40 en 55 graden. Pannendaken: keramisch in een donkere tint.
- Goothoogte maximaal 5m, nokhoogte maximaal 10m.
- De nokrichting is op het inrichtingsplan aangegeven. Ze is wisselend oost-west of noord-zuid.
Bijgebouwen (parkeren, bergen)
- Architectonisch passend bij het hoofdgebouw.
- Zadeldaken en platte daken zijn toegestaan.
- Goothoogte maximaal 3m, nokhoogte maximaal 6m. (Gedetailleerde gegevens zijn vastgelegd in kavelpaspoorten).
Openbare ruimte
Het openbare gebied is bedoeld als 30km-zone.De vorm van de interne wegen vormen een ’scheef kruis’ in het midden van het plan. De bedoeling hiervan is, dat een vrachtwagen (ook vuilniswagen) in het midden kan keren en zo nodig achterwaarts in de zijstraten kan insteken voor het aanvoeren van bouwmateriaal, verhuizingen etc.
Algemeen bestaat de openbare ruimte overwegend uit rijbanen in bruine klinkers (dikformat, drainerend), een groene molgoot en een wadi en een afvalophaalplaats. In de openbare ruimte staan twee bomen, een leisterbes (Sorbus intermedia ’Brouwers’, hoogte 10m) bij het kruispunt en een Amberboom (Liquidambar styraciflua, hoogte 15m) aan het einde van het rechter insteekpad, daar waar voldoende kroonruimte is en de boom op 5m kan worden opgesnoeid.
Verharding
Weg in noord-zuid-richting (profielen I en II) De ontsluitingsweg mede voor de kavels achter het terrein (met de huisnummers 93b t/m 99) is voorzien met een voetpad van 1,80m breedte. De kabels en leidingenstrook ligt gedeeltelijk onder en gedeeltelijk buiten het voetpad.
Erfinrichting
- Erfafscheiding naar de straatzijde (verplicht): laag metalen hek (staafmat),voor of in een haag van beuken of veldesdoorn, hoogte 60cm in verband met sociale veiligheid en uitzichtshoeken.
- Erfafscheidingen naar de buren: hagen of heesters met een maximale hoogte van 3m.
- De groensingel aan de zuidzijde (verplicht): gecoat staafmat 100cm, daarvoor een houtsingel zoals uitgewerkt op profiel VI.
- Per kavel zijn twee bomen (bij aanplant minimaal maat 12/14) verplicht. Maximale groeihoogte 10m, 3e grootte, dus geen populieren en schietwilgen. Een daarvan hoort minimaal aan de straatkant te staan. De bomen mogen geen permanente schaduw op de kavel van de buren werpen.
Voor verdere details klik hier voor: